(artikel 4.3.1, § 2, eerste lid, 1° Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; Memorie van Toelichting, Parl. St. Vl. Parl. 2008-2009, nr. 2011/1, 255 en Handhavingsplan Ruimtelijke Ordening 2010, punt 7.3.1.2, bevestigd door het Handhavingsprogramma Ruimtelijke Ordening)
De Raad houdt rekening met hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.
Volgens de parlementaire voorbereiding bij dit artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet worden onderzocht of en in welke mate de illegale handeling(en) niet van aard is (zijn) om kennelijk overdreven hinder te veroorzaken voor de naburige erven. Anderzijds moet niet alleen de huidige, maar ook de toekomstige goede ruimtelijke ordening worden veilig gesteld.