(artikel 6.3.12/3 en artikel 6.3.12/4 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
Er zijn twee soorten bemiddeling: vrijwillige en gerechtelijke bemiddeling.
Van bij de aanvang van een bestuurlijke procedure tot minnelijke schikking (zie artikel 6.4.19 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) of een procedure tot het sluiten van een dading (zie artikel 6.3.5 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening), kan elke belanghebbende vragen aan de Hoge Raad om een vrijwillige bemiddeling op te starten. Dit geldt ook in geval van weigering van een minnelijke schikking of een dading door de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur, de gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur of de burgemeester.
Wanneer reeds een gerechtelijke procedure loopt, kan de rechter een gerechtelijke bemiddeling bij de Hoge Raad bevelen. Ze gebeurt tijdens een gerechtelijke procedure. De gerechtelijke procedure wordt dan opgeschort tot wanneer het resultaat van de bemiddelingspoging duidelijk is. In principe duurt de gerechtelijke bemiddeling niet langer dan drie maanden.
Het deelnemen aan een bemiddelingsproces gebeurt steeds uit vrije wil van alle partijen. Is een van de betrokken partijen niet bereid aan de bemiddeling deel te nemen, dan kan het bemiddelingsproces niet worden opgestart.