Alleen het Openbaar Ministerie en, indien de zaak voor de rechter wordt gebracht, de rechter kunnen met voldoende kennis van zaken oordelen over de verjaring van zowel de strafvordering als de herstelvordering.
Hoewel de Raad bij het verlenen van advies mee rekening houdt met het tijdsverloop sinds de bouwovertreding werd begaan, spreekt de Raad zich nooit uit over de mogelijke verjaring. Zo is het principieel niet uitgesloten dat de Raad een positief advies verleent over een herstelvordering waarbij de rechter later vaststelt dat de feiten verjaard zijn.